De verschillende spellingscategorieën van Spelling op Maat willen we wel blijven gebruiken. Waarom opnieuw het wiel uitvinden? De instructie (basisgroep, 5 tot 7 minuten) gaat op de navolgende manier:

1. De leerkracht benoemt het doel van de les; welke categorie en visualiseert dat.

2. De leerkracht vraagt de leerlingen of zij al woorden kennen van deze categorie(en). Maximaal 5 woorden noteren.

3. De leerkracht leest 15 categorie woorden voor en hanteert de correcte uitspraak van deze woorden.

4. De leerkracht licht de strategie toe die gebruikt wordt om de categoriewoorden juist te schrijven en zo mogelijk de bijbehorende regel.

5. De leerkracht legt de nadruk op de juiste stappen bij het spellen van de woorden.

De verwerking van de aangeboden categorie gaan we op een andere manier aanpakken.

Ik heb kaarten gemaakt met verschillende opdrachten. De kaarten zijn voor groep 6, 7 en 8 hetzelfde, maar zij krijgen andere categorieën aangeboden. Het gaat er voornamelijk om dat de kinderen de woorden veel schrijven, daarbij steeds terugdenkend aan de spellingscategorie, zodat de stof beter beklijft.

Nu bepalen wij nog de categorie die wordt aangeboden. Een Montessoriaanse stap verder zou natuurlijk zijn dat de kinderen zelf kunnen kiezen uit verschillende categorieën per periode. Wanneer zij dan menen dat zij die categorie beheersen, kunnen zij een controledictee maken en daarna een mooi zelf bedacht bewijsstuk (voor op de “trotsmuur”!).