datum: 07-02-2018
tijdstip:
9.00
observator:
Renee Beelen
leerkracht:
Annick Jansen  
bouw:
Onderbouw
leeftijd leerling:
5 jaar

soort aanbieding: Getalrekken tot 20
met Kralenstaafjes

Beschrijving groepssituatie:
Onderbouw A een groep van 18 leerlingen werken zelfstandig. De kinderen werken aan tafel, op een kleedje of in één van de hoeken. De leerkracht Annick (A) nodigt  J uit voor een lesje met de getalrekken tot 20. De overige kinderen gaan verder met hun werk, in de groep heerst rust alle kinderen kunnen zelfstandig verder met een activiteit.

Beschrijving aanbieding
9.00
deel 1
A nodigt J uit voor een lesje.
A vertelt J dat ze vandaag gaan werken met de getalrekken tot 20.
A loopt samen met J naar de ‘Rekenkast’ en pakt één van de getalrekken benoemt het materiaal. Vraagt J om het andere Getalrek te pakken, kralenstaafjes, en de kralenstaafjes van 10.

9.07
A ‘ ik ga je de getallen tot 20 leren.
A Pakt het getal 1: ‘Hoe heet dit getal?’ J ‘1!’.
A pakt het getal 2: ‘Hoe heet dit getal?’ J ‘2!’.
A wijst het eerste getal aan op het getal rek: ‘Hoe heet dit getal?’ J’ 10!’.
A pakt  het kralenstaafje 10. ‘Dit is een 10.
A pakt het getal 1 ‘Dit is het cijfer 1’
A schuift het cijfer 1 in het Getalrek.
A ‘Ik doe de 1 bij de 10, J.. pak het kralenstaafje 1.’.
A legt het kralenstaafje 1 naast het kralenstaafje 10 en telt alle kralen.
A ‘een 10 en een 1 noem je 11’.
A herhaalt dit met het cijfer 12.
A kan jij dit ook?
J. pakt het getal 3 en schuift deze in het Getalrek.
J pakt het kralenstaafje 3 en legt deze naast het kralenstaafje 10.
J telt alle kralen ‘ 13’.
A ‘Goed, een 10 en een 3 noem je 13’.
A ‘Ga jij verder dan loop ik mijn ronde.
9.20
A loopt een ronde door de klas, helpt of corrigeert kinderen.
J gaat zelfstandig aan de slag met de getalrekken.
9.30
Deel 2.
A gaat naast J zitten bekijkt zijn werk.
A ‘Kan jij mij de 14 aanwijzen?’.
A Kan jij mij de 18 aanwijzen?’.
A Hoe heet dit getal? J ‘12’.
A Hoe heet dit getal? J ‘15’.
9.34
Twee kinderen komen achter A en J staan.
A ‘Ik ben een lesje aan het geven.’. 
De kinderen lopen weg.
A ‘wil jij de getallen ook opschrijven?’.
J ‘Ik denk dat ik dat wel kan’.
A ‘Dat denk ik ook!’.
9.38
A pakt een wit vel papier schrijft de getallen voor J op en vraagt hem de kralenstaafje achter het getal na te tekenen.

Opvallend
- Goed stemgebruik van de leerkracht.
- Rustige en prettige sfeer in de groep.
- Veel kinderen kunnen zelfstandig blijven werken tijdens dit lesje.
- Kinderen die komen storen, lossen het probleem zelfstandig op.
- Kinderen van het groepje vinden het lesje interessant en luisteren gefascineerd mee.


Vragen en gesprek n.a.v. aanbieding:

1. Met welk doel bied je dit lesje aan deze leerling aan?

Het associëren van de naam en het symbool. Het inoefenen van de volgorde van de getallen 1 t/m 20.

2. Waarom biedt je de verwerking meteen na het lesje aan? 

J, was ontzettend enthousiast en pakte de namen en symbolen snel op. Ik wilde zien of hij de verwerking op het platte vlak kon maken.

4. Waarover ben je tevreden bij deze aanbieding? Is er iets dat je een volgende keer anders zou doen?

J begreep snel hoe hij het materiaal moest gebruiken. Ik wil kijken of ik volgende mijn instructie korter kan zodat de leerling eerder aan de slag kan.