Als moeder heb ik de bewuste keuze gemaakt om onze kinderen naar een Montessorischool te laten gaan. We zijn in die tijd op een aantal scholen wezen kijken, maar bij de Montessorischool hadden wij meteen “het gevoel”. Wat dat gevoel precies inhield, is moeilijk te beschrijven. De sfeer op deze school was fijn, de kinderen en leerkrachten reageerden vriendelijk en open en de klassen waren netjes ingericht met mooie materialen. Tijdens de verdere schoolcarrières van onze kinderen is dit gevoel alleen maar versterkt. Natuurlijk weet je als ouder de basisprincipes van het Montessorionderwijs. En natuurlijk probeer je daar thuis op dezelfde manier mee om te gaan, bewust of onbewust.
Maar nu tijdens de Montessori opleiding ga ik steeds meer begrijpen over “dat gevoel” van toen. Ik krijg steeds meer handvatten om dat gevoel onder woorden te brengen. Zo leer ik dat leerkrachten in het Montessorionderwijs kinderen aanspreken op een manier die het kind als een volwaardig mens beschouwt, respect toont én heel duidelijk verwachtingen weergeeft. Ik leer dat kinderen worden begeleid en gestimuleerd om zelfstandig te werken en zelf kritisch na te denken over hun keuzes. Dit zorgt er onder andere voor dat kinderen in een veilige omgeving zelf leren ontdekken, de kans krijgen eigen talenten te ontwikkelen en dat ze zelf leren plannen en keuzes maken.
Dit schooljaar ben ik o.a. bezig geweest met de voorbereide omgeving in de klas, zoals een aandachtstafel, een jaarlijn en een materialenkast, en met het mijzelf eigen maken van de lesjes met de Montessorimaterialen.
De woorden “Help mij het zelf doen” omvatten de gehele Montessori visie. Maar hoe dat weer is vorm te geven in mijn onderwijs, mijn manier van aanpak in de groep, is best lastig. Want dat behelst meer dan die voorbereide omgeving en die materialen.
Gedurende deze opleiding ben ik hier en daar een aantal uitspraken tegengekomen, waarvan ik vind dat ze basis van Montessori-onderwijs in zich hebben. Deze zinnen probeer ik nu in mijn eigen “Montessori manier” in te passen en te gebruiken in de groep, om zo deze basis ook over te brengen op de leerlingen. Dit lukt de ene dag beter dan de andere dag, maar het is goed om er zo bewust mee bezig te zijn. Ik zal deze uitspraken kort bespreken om mijn ontwikkeling sinds de start van de opleiding proberen weer te geven.
Uitspraak 1. Volg het kind goed.
Dit is natuurlijk niet een zin die ik uitspreek naar de kinderen toe, maar wel een belangrijke zin en regel binnen de Montessori leer. Het allerbelangrijkste is dat een kind zijn eigen pad volgt. Bij de een gaan ontwikkelingen in taal, rekenen of op sociaal of sportief gebied anders dan bij de ander. Dit eigen tijdspad is essentieel voor de ontwikkeling. Elk kind is uniek en heeft een eigen koers. Door een kind goed te observeren, te begrijpen en te volgen kan ik als leerkracht op de juiste momenten helpen en ondersteunen.
Uitspraak 2. Ik zie dat je hard gewerkt hebt aan je project en wat vind je er zelf van?
Hiermee wordt bedoeld dat we als leerkrachten niet te veel de focus moeten leggen op wat het kind doet, maar vooral op hoe hij of zij het doet. Het proces boven het product stellen. Ik moet het met het kind niet hebben over hoe goed een werkje is of hoe mooi het geschreven het is, maar wel bijvoorbeeld dat ik heb gezien dat hij zich lang geconcentreerd heeft en dat er door hem veel aandacht aan het schrijven is besteed.
Kinderen beoordelen zichzelf in het Montessorionderwijs. Als leerkracht dien ik meer als gids op te treden bij het leren, waarbij het vooral gaat om zelf te ontdekken. Als een kind bijvoorbeeld vraagt ‘wat vind je van mijn tekening’ dan kan ik zeggen ‘mooi’. Maar beter kan ik vragen: ‘wat vind je er zelf van, waarom heb je deze kleuren gebruikt en hoe ben je op het idee gekomen?’ Een groot deel van leren en groeien zit in het zelf analyseren van eigen werk.
Uitspraak 3. Heb je zelf nagedacht over een oplossing?
Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid zijn belangrijke pijlers in het Montessorionderwijs. Dat loopt van zelfredzaamheid, naar zelfstandigheid tot uiteindelijk medeverantwoordelijkheid.
Kinderen hebben er het meeste aan om dingen zelf te doen. Ik moet er dus voor zorgen dat kinderen hun eigen probleempjes kunnen oplossen door ze te stimuleren zelf na te denken. Meestal blijkt dat ze daarin zeer creatief zijn. Wanneer ze die mogelijkheid eerst zelf hebben gebruikt en het is niet gelukt een goede oplossing te vinden, dan is het natuurlijk wel noodzakelijk dat ze weten ze dat ik ze daarmee alsnog kan helpen.
Uitspraak 4. Bij ons op school, doen we dat zo…
Bij ons op school, doen we dit op deze manier. Dit vind ik een hele mooie manier van duidelijk maken welk gedrag wij willen zien in de school, in de bovenbouw, in de groep. In plaats van te zeggen dat iets niet mag of dat iets verboden is, leg je uit dat er afspraken, normen en waarden zijn waar iedereen zich aan houdt. Met deze korte uitspraak, op een rustige manier uitgesproken, laat je zien dat het op onze school een manier van samen leven en samen werken is in tegenstelling tot het geven van regels die bepaald worden van ‘boven af’. Sindsdien probeer ik dat met een heleboel zaken in de groep zo te benoemen. Het zijn eigenlijk steeds kleine lesjes over hoe we met elkaar om willen gaan.
Wat mij in al die jaren is opgevallen en nu tijdens de opleiding nog meer, is dat het Montessorionderwijs natuurlijk veel overeenkomsten vertoont met een manier van opvoeden. Deze 4 uitspraken zou je zo als ouder kunnen kopiëren en thuis toepassen. ‘Bij ons thuis blijven we zitten aan tafel tot iedereen klaar is met eten’, klinkt immers een stuk sympathieker dan ‘allemaal zitten blijven!’
Dat is misschien wel iets om meer aandacht aan te besteden op school. De ouders veel meer betrekken bij en voorlichten over onze Montessori manier van omgang met de kinderen en met elkaar.
Om die Montessori manier en het Montessori gevoel duidelijk te maken, wil ik eindigen met een quote van Boedha, iets aangepast:
There is no way to Montessori, Montessori is the way!
Maak jouw eigen website met JouwWeb