1. HET DEELBORDJE
Doel: het maken van delingen waarbij het deeltal niet groter is dan 81 en de deler en quotiënt niet groter dan 9. Bij het deelonderzoek wordt de deelbaarheid van de getallen 1 t/m 81 onderzocht.
Het deelbordje maakt de deelsommen duidelijk door de som goed aan de kinderen te laten zien en ze zelf te laten ervaren wat een deelsom nu eigenlijk is.
Bijv. 9:3, je hebt 9 appeltjes die je eerlijk moet verdelen over 3 kinderen. De getallen in een deelsom krijgen zo betekenis voor een kind.
Eigenlijk maak je zo gebruik van contextsommen. Er worden situaties uit het dagelijkse leven opgevoerd om inzichtelijk te maken wat deelsommen zijn.
Dit bordje is eigenlijk niet meer voor de bovenbouw. Maar voor kinderen die met de tafels nog moeite hebben, maakt dit ook inzichtelijk dat deelsommen omgekeerde tafelsommen zijn.

AANBIEDING 1:
D en E schuiven aan bij mij aan tafel. Ik herinner hen nog eens aan het klassengesprek van verleden week, waarin R. vertelde dat zijn opa was overleden en dat de familie zijn geld (en spullen) moest verdelen. Hoe werkt dat dan, eerlijk verdelen?
Ik gebruik eerst mijn schelpjes en bakjes.
R: Stel dat het niet om geld gaat, maar om mooie schelpjes. Ik heb hier 12 schelpjes en die moeten wij verdelen over 4 kinderen. Ik geef ieder 1 schelpje. Dan kan ik nog ieder een schelpje geven. En nog een keer. Nu heb ik geen schelpjes meer over. Ik zie dat in ieder bakje drie schelpjes zitten. Dus ik heb de 12 schelpjes eerlijk verdeeld over 4 kinderen. Stel, ik heb 16 schelpjes. Kunnen jullie die verdelen over de kinderen?
D en E verdelen de schelpjes en zien dat ieder kind nu 4 schelpjes heeft. Weer eerlijk verdeeld.
Ik pak nu het deelbord erbij.
R: we gaan nu opnieuw eerlijk verdelen. Er zijn 5 kinderen. Ik heb in dit bakje 25 kraaltjes. Hoeveel kraaltjes krijgt iedere pion?
Ik zet 5 pionnen op het bord. In het bakje zitten 25 kraaltjes. Ik leg onder iedere pion een kraaltje en maak het gebaar dat zij het over mogen nemen.
D en E leggen de kraaltjes verdeeld onder de 5 pionnen en zien dat iedere pion 5 kraaltjes heeft.
R: dus 25 kraaltjes gedeeld door 5 kinderen is 5. Dit schrijven wij zo op 25 : 5 = 5.
Ik zet nu een pion er bij. D en E doen de kraaltjes weer in het bakje.
R: Nu zijn er 6 kinderen en hebben wij nog steeds 25 kraaltjes. Kunnen wij dit nog steeds eerlijk verdelen?
Ik leg het eerste kraaltje neer en D en E nemen het over.
Nu blijkt dat iedere pion 4 kraaltjes krijgt.
R: Ieder krijgt 4 kraaltjes en ik houd er nog 1 over. Dat schrijven we zo: 25 : 6 = 4 rest 1.
D en E gaan nu zelf met het werkje verder. Ik geef als
opdracht mee dat zij voor elkaar verhaaltjessommen bedenken die de ander dan op het deelbordje kan uitleggen, dan samen de som opschrijven.

AANBIEDING 2
Aangezien ik voor de opleidingsdag een lesje moet laten zien met het deelbordje, geef ik in de groep nog een keer een lesje aan M. om te oefenen. M rekent nog in groep 5 stof. Zij heeft het vermenigvuldigbordje ook aangeboden gekregen. Collega Michelle observeert.

Lesje op de examendag.
Maak jouw eigen website met JouwWeb